Osteopaten gebruiken geen apparatuur of medicijnen.
Osteopathie gaat uit van het zelfhelend vermogen van het lichaam en stelt dat, mits de juiste voorwaarden zijn geschapen, het lichaam in staat is zichzelf te genezen. Ook gaan osteopaten ervan uit dat bewegingsverlies van onder andere botten, inwendige organen en delen van de schedel een aandeel kan hebben in het ontstaan van lichamelijke klachten. Bewegingsverlies kan ontstaan na onder andere een val, operaties of een infectie.
De osteopathische behandeling zal zich richten op de regio in het lichaam waar het bewegingsverlies het grootst is, omdat de verstorende invloed van hieruit het sterkst inwerkt op de rest van het lichaam. Dat hoeft niet perse de regio te zijn waar de patiënt zijn klachten ervaart. Het is in de osteopathie een vuistregel, dat oorzaak en gevolg vaak ver uit elkaar kunnen liggen.
Chronische rugpijn kan bijvoorbeeld verholpen worden door het losmaken van een vastzittend gewricht in de wervelkolom maar ook in de voet. Ook de bekleding van een orgaan bijvoorbeeld van een nier kan vast zitten. Darmkrampjes bij baby’s worden vaak veroorzaakt door problemen in de
schedel, die weer veroorzaakt kunnen zijn tijdens de bevalling. De osteopaat kan met zijn handen de beweeglijkheid van nagenoeg elke structuur binnen het menselijk lichaam beoordelen. Een osteopaat maakt los wat los moet zijn zodat een orgaan of gewricht zijn functie weer optimaal kan uitoefenen en waardoor het lichaam weer de vrijheid krijgt om zichzelf te kunnen genezen.